Botswana – 17 maart 2008

Daarnet juichend in de supermarkt gestaan omdat de producten weer betaalbaar waren. Zambia is, naast een heleboel, vooral erg duur.

Met toch wel een brok in onze keel reden we twee weken geleden weg bij Mabuya Camp. Na zo’n lange tijd, een super goede sfeer en onze werkzaamheden waardoor we erg betrokken raakte bij het camp, is het ronduit kut om afscheid te nemen. Met Tom en Janey houden we zeker contact en aan alle andere mensen en gebeurtenissen houden we tenminste hele goede herinneringen over.

Het binnenkomen van Zambia is een plezierige ervaring als je een geldboom op je rug hebt groeien. Helaas is dat bij ons niet het geval en hielp onze ‘smoothtalk’, gevolgd door een bijna woedeaanval van Floris en een smeekbede van mij ook niet. We moesten ieder 50 USD betalen voor een visum, opnieuw 40 USD carbontax en tenslotte nog 20 USD voor een autoverzekering.
Berooid en chagrijnig vervolgden we onze weg naar Chipata om daar te overnachten.

We hebben besloten om wat vaart in onze reis te maken, aangezien we de afgelopen acht maanden in alleen Tanzania en Malawi hebben doorgebracht. Daarnaast hebben we zowaar een plan gemaakt voor onze resterende tijd in Afrika. We willen vanaf nu tot aan half juni Botswana, Zuid-Afrika en Namibië verkennen en dan via de westkust omhoog gaan rijden, terug naar Nederland. Aangezien Angola, DRC, Congo en Nigeria niet de gemakkelijkste en zeker niet de veiligste landen zijn om doorheen te rijden, hebben we met Sabine en Peter (de Oostenrijkers in de Mercedes truck) afgesproken om dit stuk samen te doen. Het meetingpoint is ergens in Namibië. We hebben echt onwijs zin in deze spannende missie, in vele opzichten een stuk moeilijker dan de oostkust.

Maar voorlopig is het nog niet zover en kunnen we nog genieten van alle faciliteiten en voorzieningen die het toeristische Zuidelijk Afrika te bieden heeft.
In Zambia was ons enige doel de Victoria Falls, waar we eigenlijk in een rechte lijn naar toe zijn gereden. Het heeft in dit jaargetijde, met alle regens, ook niet zoveel zin om wildparken te bezoeken: de dieren verstoppen zich in het groen en veel wegen zijn onbegaanbaar.
De Victoria Falls zijn aan het einde van het regenseizoen echter zeer, zeeeer indrukwekkend. Deze waterval is 1,7 km lang, 108 meter hoog en toen wij er waren stroomde er zo’n 10 miljoen liter water per seconde naar beneden… Soms is de nevel van de waterval tien kilometer in de omtrek te zien en te voelen. Wij stonden op een voetgangersbruggetje, op tien meter afstand en dat geeft dus het effect van een wasstraat. Binnen een paar seconden ben je echt doorweekt tot aan je onderbroek en dit gecombineerd met het uitzicht en het gedender van het water is echt een ongelofelijke ervaring! Het is jammer dat je het niet kan vastleggen op camera, vooral de gillende Japanse toeristen, in vijfentwintig dezelfde kanariegele regenponcho’s, zijn erg grappig.
Uiteindelijk zijn we een klein weekje in Livingstone, het stadje bij de watervallen, blijven hangen. We hebben weer leuke mensen ontmoet; Ronald en Malike, die met een Landrover van Kaapstad naar Rotterdam rijden (www.capetown2rotterdam.nl) en waar we veel informatie mee konden uitwisselen. Met een Ier, een Australiër, een Nieuw-Zeelandse, een Zuid-Afrikaan, twee Zimbabwanen en een Belg, allemaal toevallig ontmoet, zijn we een avondje in een lokale kroeg beland en daar weer behoorlijk dronken uitgekomen.

Vandaag zijn we, na nog een laatste mislukte poging van de Zambiaanse autoriteiten om ons geld af te troggelen, de Zambezi rivier overgestoken en Botswana ingereden.
Tot nu toe is alles perfect in Botswana; een gratis visum, slechts 14 USD wegenbelasting en geen verplichte autoverzekering (die we dus ook niet afgesloten hebben, want een autoverzekering hier is totale onzin: als het puntje bij paaltje komt betaal je toch voor alles zelf). Het enige waar ze hier moeilijk over doen is het binnenbrengen van dieren, wat we opgelost hebben door de honden te verstoppen. Nu kan je je afvragen hoe je twee honden van ieder 30 kilo verstopt in ons Unimogje, maar het is ons gelukt. We hadden de doorgang naar de cabine gebarricadeerd en alle gordijnen gesloten, tot grote frustratie van Duko, die altijd tussen ons inzit om naar de loslopende geiten, kippen, honden en vooral bavianen te kunnen kijken en het heerlijk vind om met z’n kop uit het raam te hangen. En verder was het een kwestie van hopen dat er niemand binnen wilde kijken.

Voor vannacht staan we op een camping ergens in de bushbush en horen we het getrompetter van olifanten vlakbij. Al die machtige dieren waar je af en toe gewoon tussen leeft, blijft toch echt een geweldig gevoel geven…

GPS # S 17° 47.785 ‘, E 25 ° 13.323’