Botswana – 30 maart 2008

Het leuke aan een reis als de onze is dat je best kan plannen, maar dat het uiteindelijk toch weer helemaal anders loopt.

Van Tom en Janey hadden we gehoord dat de zoutpannen, in het noordoosten van Botswana, geweldig zijn om overheen te rijden, dus dit was onze eerste stop. Botswana is wild en tijdens onze rit vanaf de grens naar Nata zagen we regelmatig olifanten, buffels en antilopen langs de weg staan. Op een gegeven moment werd het zelfs normaal: “He kijk, een olifant.” “Oja, mooi”.
Net na Nata zou er een track naar Kubu Island gaan, een rots eiland met baobab bomen, midden op de zoutpannen. De track verdween na 20 meter in een enorm meer en toen begonnen we al nattigheid te voelen. We besloten om door te rijden naar de camping ‘Planet Baobab’, om daar eens te informeren naar ‘de beste route’. De camping was prachtig, maar we begrepen al snel dat we de zoutpannen wel konden vergeten; het was nog veel te nat. De eigenaar van de camping kwam met verhalen van trucks die tot hun assen in de modder vast kwamen te zitten en pas maanden later (in het droge seizoen) eruit getrokken konden worden. En dan is je voertuig al zo aangevreten door het zout, dat je hem eigenlijk net zo goed kan laten zitten. Horrorbeelden kwamen op ons netvlies van ons trouwe Unimogje, aan het wegroesten op een verlaten zoutvlakte, moederziel alleen….
We gooiden onze plannen om en hebben een dagtripje gemaakt naar de rand van de zoutpannen. Een superleuke dag, lekker rondgecrosst over amper zichtbare tracks en door modderpoelen. We zijn zelfs voor het eerst vast komen te zitten, wat we stiekem allebei wel erg leuk vonden. We zijn langs ‘Chapmans Baobab’ gekomen, een boom met een omtrek van zo’n 20 meter en voelden ons erg klein. De zoutvlakte was, aangezien die nog half onder water stond, minder spectaculair dan verwacht, maar de hondjes hebben daar wel lol gehad. Met z’n tweeën door het zout, water en de modder rennen, totdat ze allebei bedekt in een witte smurrie terugkwamen. (En binnen op de bank gingen liggen…)

Vanuit Planet Baobab zijn we via Rakops naar het zuiden van de zoutpannen gereden, om vanuit daar nogmaals te proberen bij Kubu Island te komen (we zijn volhouders!). Helaas kwamen we erachter, na 50 kilometer wasbordweg, dat ook aan deze kant de zoutpannen nog gedeeltelijk onder water stonden.

Door naar het Khama Rhino Sancturary, waar de laatste groep witte en zwarte neushoorns van Botswana wonen. En op het moment hebben ze kleintjes! Ook dit bezoek liep uit op een teleurstelling; we kwamen er niet in met de honden en er was ook geen camping in de buurt van het park.

Balend reden we verder en besloten naar het oosten te rijden en bij Martin’s Drift de grens naar Zuid-Afrika over te steken. We hebben gewoon niet zoveel geld meer om heel Botswana door te rijden en in Zuid-Afrika hadden we al een hele route uitgestippeld waarbij we hele mooie plaatsen zouden aandoen, die niet veel geld kostten. Daar hadden we echt zin in en bovendien is Zuid-Afrika het zuidelijkste land waar we heengaan. Een mijlpaal!

Maar we mochten het land niet in… Nouja, we mochten er wel in maar dan moesten de honden in quarantaine in Johannesburg wat ons 1200 USD zou kosten en een hoop gedoe. Daar hadden we echt geen zin in. Van andere reizigers met honden hebben we nooit over deze problemen gehoord, maar wij hadden gewoon de pech een overijverige ambtenaar te treffen. De hondenpaspoorten, waar een officiële gezondheidsverklaring en alle vaccinaties instonden (nog maar drie maanden geleden hebben ze hun jaarlijkse prikken gehad en een nieuwe rabiës vaccinatie die in Europa niet eens nodig is) maakten ook geen verschil. De ambtenaar was wel zo aardig om ons te tippen over een kleine grensovergang, 100 kilometer verderop, waar ze niet moeilijk deden. Vol goede moed reden we daar heen, na zeker een uur praten aan de eerste grens. Bij de tweede grens werden we er door de politie uitgepikt; de ambtenaar van de eerste grens had gebeld dat we niet doorgelaten mochten worden! Waarom laat hij het ons dan eerst proberen??!! Aaahhhh!! We kwamen ook nog eens flink in de problemen, want de ambtenaar aan de tweede grens die ons een visum had gegeven, pikte het niet dat wij zonder iets te zeggen zíjn grens over probeerden te komen en werd ontzettend boos. Er staat nu een enorme streep met ‘canceled’ door ons visum en hij heeft een aantekening op onze naam gemaakt.
Drie uur later waren we weer terug bij de eerste grens, maar de betreffende ambtenaar was natuurlijk net naar huis. Na nog een half uurtje proberen, zijn we afgedropen en hebben een slaapplekje gezocht op een camping aan de Botswaanse grens. Het was inmiddels donker en na een hele dag heen en weer rijden en dealen met grensautoriteiten, zaten we er goed doorheen. Gelukkig was er nog een lichtpuntje die dag; op de camping stonden Patrick en Annemarie (www.hondjeafrika.nl), een supergezellig Nederlands stel,ook op reis met Unimog en hond! Bij hun konden we even lekker spuien, onder het genot van een koud biertje.
Patrick en Annemarie lieten ons hun travelpermit voor hun hondje zien, dat ze in Botswana bij een dierenarts hadden gekregen. Hierop stond dat hun hondje gezond was verklaard en mocht reizen in Namibie, Botswana en Zuid-Afrika. Wij hadden nog nooit van zo’n permit gehoord, maar besloten de volgende ochtend teug te gaan naar de grens om te vragen of wij, met zo’n zelfde permit, de grens over mochten. Ze vertelden ons dat alleen honden uit één van die drie landen recht hadden op zo’n permit en wij konden dus weer ophoepelen.
Redelijk uit het veld geslagen keerden we terug naar de camping. Zuid-Afrika is off, tenminste voorlopig, want we gaan het vanuit Namibie gewoon weer proberen. We willen verdorie naar Zuid-Afrika!!

Aangezien we zelf geen idee hadden wat we zouden gaan doen en het goed klikte met Patrick en Annemarie, leek het ons leuk om een stuk samen te gaan reizen. Onze eerste stop was Papalaye, waar Floris en ik een travelpermit voor de honden hebben geregeld. We kunnen nu zonder problemen door Botswana reizen, maar moeten weer een andere permit halen om Namibie in te komen.
Vanuit Papalye zijn we richting Tuli-Block gereden, waar we het Stevensford Game Reserve hebben bezocht. Wat betreft wildlife viel dit wat tegen; we hebben alleen eekhoorns, hertjes en wilde zwijnen gezien. Een beetje de Hoge Veluwe dus. We hebben wel heel mooi kunnen kamperen aan de Limpopo rivier, een natuurlijke grens tussen Botswana en Zuid-Afrika. Hier kwam Floris op het idee om de honden, met behulp van Patrick en Annemarie, de rivier over te loodsen,om vervolgens zelf de officiële grensovergang te nemen. Tja, het zou kunnen werken, maar ik ben niet zo’n cowboy en durfde het niet aan.

Inmiddels zijn we al een paar nachten aan het wildkamperen en op het moment staan we echt op een prachtig plekje aan een meer, ergens ten noorden van Selebi-Phikwe. Floris kan zijn hart ophalen bij een andere echte Unimog man en ook Beau en Duko zijn goede vriendjes geworden met Obi, een boerenfox.
Met Beau gaat het trouwens ontzettend goed. Hij is weer helemaal de oude en we kunnen er dus vanuit gaan dat de parasieten die de slaapziekte veroorzaakte, uit zijn lichaam zijn. Een hele opluchting!

GPS # S 21° 50.214 ‘, E 27 ° 44.472’