Malawi – 5 maart 2008

En toen stonden we zomaar ineens op Schiphol….

De laatste weken werken op Mabuya Camp gingen prima. We kregen een zekere routine te pakken, waardoor de dagelijkse werkzaamheden steeds beter verliepen. Met het personeel hebben we echt een leuke band op kunnen bouwen. Vooral de meiden achter de bar, de chauffeur/monteur en de chefs in de keuken hebben ons enorm goed geholpen met ons werk.
Buiten ons werk gebeurden er echter een aantal vervelende dingen waardoor alles heel anders verliep dan we hadden gepland.

In de eerste plaats werd ons ‘zorgenhondje’ Beau weer ziek. De dierenarts constateerde de tekenziekte en gaf hem hiervoor een behandeling (met Imizol). Hier reageerde hij goed op en we dachten dat het probleem opgelost was. Na een aantal dagen ging het echter weer helemaal mis en had hij op een gegeven moment zo’n hoge koorts dat we voor zijn leven vreesde. Na een bloedonderzoek bleek Beau de slaapziekte te hebben opgelopen, een zeer ernstige ziekte voor zowel mens als dier die verspreidt wordt door de tseetsee-vlieg. De dierenarts had hier gelukkig een medicijn tegen die zij direct toediende. Helaas bestaat er een kans dat de parasiet resistent is tegen dit medicijn en de behandeling zal overleven. Dit zal in een paar weken moeten blijken.

Op 19 februari kreeg ik het vreselijke bericht vanuit Nederland dat mijn oma Samuels was overleden. Ik voelde direct een sterke behoefte om in Nederland te zijn zodat ik het verdriet met mijn familie kon delen en afscheid kon nemen van mijn oma. De verzekering dekte een retourticket voor zowel mij als Floris en Tom en Janey zouden de 24ste al terug komen, dus het was mogelijk om daadwerkelijk naar Nederland terug te vliegen en aanwezig te zijn bij de uitvaart.
In een paar lange en supervermoeiende dagen regelden we een oppas voor de honden (Manon!), alle benodigdheden en extra diensten voor Mabuya, aangezien we een dag eerder zouden vertrekken dan dat Tom en Janey terug zouden komen en hadden we ook nog ons gewone werk en de zorg voor Beau.
Zonder tijd te hebben gehad om na te denken over ons bezoek aan Nederland, stapte we op 23 februari in het vliegtuig.
De volgende ochtend werden we op Schiphol opgewacht door mijn zussen en verdwaasd stapten we in de auto. Het was fantastisch om iedereen weer te zien, maar ook heel erg raar. Alsof het een droom was.
De mis en de crematie waren mooi en de hele familie vond het ontzettend fijn dat wij er bij konden zijn. Voor ons zelf voelde het ook goed.
Na de dag van de crematie hadden we nog twee dagen voordat we terug naar Malawi zouden vliegen. Nog even tijd om wat vrienden te bezoeken en tijd door te brengen met familie. Het is nu moeilijk te beschrijven hoe die dagen waren. Erg druk, koud (god, wat was het koud in Nederland!), maar ook ontzettend leuk en gezellig.
’s Avonds, de 27ste, stonden we alweer op Schiphol om terug te vliegen naar ‘huis’. Want ja, na die paar dagen beseften we allebei dat ons leven in Afrika, met ons huisje op wielen en onze twee honden, toch echt is wat we willen en dat we in Nederland op dit moment niet op onze plek zijn. Tijdens de terugreis hebben we vooral geslapen en ons geërgerd aan alles en iedereen, gewoon omdat we zo moe waren.
Eenmaal terug op Mabuya Camp leek het na tien minuten alsof we helemaal niet weg waren geweest en alsof we over het bezoek aan Nederland alleen hadden gefantaseerd. Toch had ik een paar dagen nodig om deze ‘fantasie’ te verwerken.
Met Beau ging het gelukkig erg goed. Manon had heel goed voor hem gezorgd en hij was weer alert en vrolijk. Manon is trouwens niet zomaar iemand, maar een Nederlands meisje die in haar eentje op een tractor van Nederland naar de Zuidpool rijd. Ze heeft een website (www.tractortractor.org) en ze heeft een boek geschreven (Op een tractor naar de Zuidpool). Mocht je nog een mooie droom hebben, die je graag vereeuwigt ziet op de Zuidpool, neem dan contact met haar op!!

Ook het weerzien met Tom en Janey was erg leuk. Ze hadden een geweldige tijd gehad in Engeland en we hadden natuurlijk een hoop te bespreken.

Wat betreft Beau is het afwachten. Hij heeft een tweede bloedonderzoek gehad en er zijn geen parasieten gevonden in het bloed. Dit hoeft echter niet te betekenen dat de parasieten uitgeroeid zijn; die kunnen zich ook verstoppen in bijvoorbeeld het beenmerg of de hersenen. Over een aantal weken moeten we hem weer testen en als er dan niks gevonden wordt, dan is het goed. Worden er wel weer parasieten gevonden, dan moet hij opnieuw behandelt worden. We hebben gelukkig het juiste medicijn voor deze tweede behandeling kunnen vinden bij een laboratorium in Lilongwe. Er is een kleine kans dat de parasieten ook voor dit medicijn resistent zijn en dan is er niks meer te doen voor Beau. Maar hier gaan we natuurlijk niet van uit!

Op het moment zijn we druk met de voorbereidingen voor vertrek. We hebben een nieuw verenpakket meegenomen vanuit Nederland die Floris de afgelopen dagen ingebouwd heeft. De oude veren waren hun veerkracht kwijt en het totaalgewicht waar we mee rondrijden is erg groot. De nieuwe veren zijn dikker zodat we meer ‘veerruimte’ hebben en hopelijk geven ze nog wat meer stabiliteit. Daarnaast zijn we druk met andere klusjes aan en in de unimog, zoals het verplaatsen van één van de accu’s, het dichtlassen van een scheurtje in de brandstoftank, het repareren van de afvoer, het ordenen van de complete chaos in de kastjes binnen en een grondige schoonmaakbeurt.
Zodra we klaar zijn zullen we een klein afscheidsfeestje geven voor alle leuke en lieve mensen die we hier hebben leren kennen en dan taaien we af richting Zambia. Echt fantastisch om straks weer ‘on the road’ te zijn!