18 december 2006 – Turkije

Vanuit mijn plekje in de Unimog, waar ik dit verslag schrijf, kan ik onze hond Beau zien liggen. Op een kleedje onder een palmboom met een enorme ‘lampenkamp’ om zijn nek en een kaalgeschoren pootje met ter hoogte van zijn knie een grote, gehechte snee. Arme Beau.

We zijn inmiddels in Antalya beland, een erg mooie stad aan de zuidkust van Turkije. We zijn hier vanuit Kuthahya in een paar dagen naar toe gereden en hebben verder weinig van het stuk binnenland van Turkije gezien. Het was er koud en nat en boven iedere stad hing een smog van kolendampen, waar de mensen dus blijkbaar in heel Turkije op stoken.

Veertig kilometer na Afyon, een stad in het miden van onze route, startte ineens de Unimog niet meer. Gelukkig hadden we net een goed plekje in de natuur gevonden om te overnachten en stonden we niet ergens midden op een druk kruispunt. Floris vond uit dat de dynamo het niet meer deed, wat vreemd was aangezien we die voor vertrek nog helemaal in orde hadden laten maken. Het gevolg van een kapotte dynamo is geen stroom, dus zaten we die avond, heel zielig, in de kou met alleen een kaarsje aan. Dit had natuurlijk enorm romantisch kunnen zijn, ware het niet dat we ons teveel zorgen maakte over de Unimog en over Beau (die op dat moment beiden achterpoten niet meer gebruikte). Vroeg gaan slapen dus.

De volgende morgen heeft Floris de Unimog op de andere accu gestart en zijn we naar Isparta gereden. We hadden ons voorbereid op een lange dag van zoeken naar een goede garage, uitleggen wat er mis was, wachten, opgelicht worden, etc., maar precies drie kwartier later reden we Isparta uit met een gerepareerde dynamo voor slechts 25 euro.

Het gebergte tussen Isparta en Antalya was fantastisch mooi om doorheen te rijden en eenmaal het gebergte door, scheen de zon!! Eindelijk die twintig kapuchontruien uit en lekker buiten rondhangen!

In Antalya hebben we voor het eerst een nachtje op een camping gestaan; we konden allebei hard een douche gebruiken en we wilden onze kleren wassen, vandaar.
Zo belandde we op ‘Denizer Camping’, aan de rand van Antalya….. Wat een verschrikking! De wc”s stonken naar pis, de douches ook en de eigenaren waren gehaaide geldwolven!
We werden uitgenodigd om ‘s avonds naar de bar te komen, want er was “live-music” en het zou druk worden. Nieuwsgierig gemaakt gingen we die avond richting bar. Aangezien we twee meter voor de ingang nog steeds geen muziek en geen mensen hoorden, vreesden we het ergste. En we kregen gelijk. De deur ging open en we stapte recht in de armen van zes man personeel. Verder was de bar, dat helemaal geen bar was maar een ongezellig ingericht restaurant, uitgestorven. De deur werd achter ons dicht gedaan en de zes man personeel sloten zich in een kring om ons heen. Het was ons duidelijk; we waren in een fuik gelopen. Ons zeer ongemakkelijk voelend maar ook niet het lef hebbend om rechtsomkeerd te maken, zochten we dus een plekje in het uitgestorven, ongezellige retaurant en bestelde een biertje. De zes man aan personeel bleven als aasgieren om ons heen cirkelen hopend geld aan ons te kunnen verdienen (“ Something to eat? More beer? Ahhh, from Hollande! Van Basten, Gullit!! Yes Yes, good good! Tomorrow breakfast?”)
We hebben ons biertje achterovergeslagen en zijn gaan slapen. De volgende morgen in alle vroegte vertrokken; voorlopig geen camping meer voor ons!

[photopress:IM003548.JPG,thumb,pp_image]

De dagen daarna hebben we voornamelijk op het strand rondgehangen. We stonden op een plek waar in het weekend veel Turkse gezinen komen picknicken en één van de gezinen nodigde ons op een zaterdag uit om samen met hen te eten. Dat was leuk; het waren echt lieve mensen. De man mopperde dat hij zoveel dochters had en vroeg of wij er niet eentje wilde hebben. Na lang twijfelen hebben we toch maar besloten om het niet te doen.

[photopress:IM003550.JPG,thumb,pp_image]

Aan ons gelanterfanter aan het strand kwam helaas een einde, want met Beau ging het zo slecht dat we een dierenkliniek moesten zoeken. We hadden inmiddels een paar jongens leren kenen die met ons mee wilden naar een dierenkliniek. Maar uiteindelijk zijn we, op advies van Mary, een spaanse vrouw die we op het strand hadden ontmoet, naar een andere dierenkliniek gegaan.
Hier troffen we een deskundige dierenarts aan, tevens docent aan de universiteit van Ä°stanbul, die constateerde dat Beau twee gescheurde kniebanden had. Dat Beau slechte kniebanden had, wisten we al voordat we vertrokken, maar dat het in korte tijd zo mis zou gaan was niet te verwachten. Dit was dus schrikken, des te meer omdat bij grote honden een operatie de enige oplossing is bij een dergelijke aandoening. Na overleg met elkaar en onze dierenarts in Nederland besloten we Beau hier te laten opereren.

İnmiddels is hij geopereerd aan één knie en over twee dagen is zijn andere knie aan de beurt. Het gaat naar omstandigheden goed met hem, hij moet veel rusten en mag alleen lopen als hij zijn behoefte moet doen.
We hopen dat de volgende operatie even voorspoedig zal verlopen en dat we over een week verder kunnen rijden richting Syrie. Mocht het allemaal niet zo goed gaan, dan blijven we langer in Antalya. We wachten het af.