Tanzania – 30 oktober 2007

Het is bloedheet en uitgestorven, op wat aapjes en de man van de kamping na. We staan onder een enorme Baobab (‘vader der bomen’) aan de Ruaha rivier en ik heb eindelijk tijd voor mijn volgende verslag. De familiemaand.

Een beetje zenuwachtig en erg ongeduldig zaten Floris en ik te wachten op het kleine vliegveldje van Tanga. Nu vier weken geleden. In Tanga zouden we Ger, Chris, Emily en Mark treffen, die de dag daarvoor in Tanzania waren aangekomen.
Het was fantastisch om elkaar weer te zien! Heel raar, na elf maanden, maar na vijf minuutjes ook weer heel gewoon.

Snel door naar de kamping aan de kust, waar de vakantie echt kon beginnen. Na een dagje bijpraten, genieten van alles wat Peponi Beach Resort (S 5 ° 17.23 ‘, E 39 ° 3.937 ‘) te bieden heeft – en dat is een hoop! – besloten we dat we het tropische eiland Zanzibar niet konden overslaan. Sabine en Peter, een Oostenrijks stel die Floris en ik, zonder het af te spreken, al twee keer eerder zijn tegen gekomen deze reis en die ook op Peponi stonden, wilden graag met ons mee.
Vanuit Pangani, een dorpje 20 kilometer verder aan de kust, konden we een boot nemen naar Zanzibar. De boot bleek een bootje te zijn, de zee erg ruig en het werd een ‘net-niet-kots-tochtje’ van drieeneenhalf uur. Onderweg zagen we dolfijnen, wat echt geweldig was en verbaasden we ons over het kraakheldere water van de Indische Oceaan. De aankomst op het eiland was net een film; uit het primitieve houten bootje stappen en een paradijselijk strand oplopen. Je moet er geweest zijn om het gevoel te begrijpen. Na tien minuten met open mond om ons te hebben gekeken, begaven we ons naar ligbed met koud biertje, waar we de rest van de dag hebben doorgebracht. ‘s Avonds hebben we heerlijk gedineerd in het restaurantje op het strand.

[photopress:HPIM1763.JPG,thumb,pp_image]

De volgende dag zijn Floris, ik, Ger, Mark, Sabine en Peter naar het noordelijkste puntje van het eiland gewandeld en hebben een zeeschildpadden aquarium bezocht. Het eiland is echt één en al toerisme, maar zolang je je op het strand en de zee focust, is het prachtig.
‘s Middags lag het bootje al weer klaar om ons terug te brengen naar Pangani. Na afscheid te hebben genomen van Sabine en Peter, die nog wat langer op Zanzibar wilden blijven, stapten we het bootje in, ons voorbereidend op weer drieeneenhalf uur kermisatractie. Gelukkig viel de terugtocht erg mee; de zee was rustig en voor we het wisten stonden we op het vasteland.

Nog één dagje relaxen op Peponi en toen door naar Moshi. De weg naar Moshi is erg mooi, met de voor Tanzania kenmerkende Baobab bomen, de uitgestrekte sisalvelden en de Usambara Mountains op de achtergrond.
In Moshi verbleven we op de Honey Badger (S 3 ° 21.094′, E 37 ° 23.016’), een cultureel centrum net buiten de stad. Een goede uitvalsbasis voor het drukke en hete Moshi, waar we een Afrikaanse markt hebben bezocht en een erg leuk kunstmarktje.
Op de Honey Badger genoten we van een uitgebreide barbeque en na het eten ‘mocht er gedanst worden..’. We hadden het idee dat de Afrikaanse dans en percussie groep die we voor de avond gereserveerd hadden, voor ons zou optreden en dat wij lekker vanuit ons stoeltje konden kijken. Maar we hadden het mis; al na het eerste nummer werden we één voor één het podium op gesleurd en uiteindelijk stonden we dus met z’n allen mee te swingen tussen de Afrikaanse mama’s. Dat was lachen! Mark heeft wat Afrikaanse ritmes kunnen leren van de drummers en de rest van ons probeerden de ‘dansmoves’ van de mama’s na te doen.

Vanuit Moshi zijn we naar het Masaai Camp in Arusha gereden, waar Floris en ik al twee keer eerder geweest waren. Voor Beau en Duko was het een plezierig weerzien met de vijf teefjes die op de kamping wonen en wij hebben ons ook goed vermaakt in de gezellige bar.
Het centrum van Arusha kennen Floris en ik inmiddels behoorlijk goed en het was leuk om Ger, Chris, Emily en Mark er rond te leiden.

Na Arusha stond de Rothia Valley op het programma, een tented-lodge in aanbouw op een prachtige plek, vlakbij het Ngorogoro reservaat en de crater. Dat de lodge nog in aanbouw was, hebben we gemerkt, maar goed, daar wil ik verder geen aandacht aan besteden.
De tenten stonden ieder op een apart terrasje, boven op een berg met een te gek uitzicht op de heuvelachtige landbouwgrond met zeer primitieve boederijtjes. Aan de achterkant van de lodge begon een dichtbegroeid woud, verbonden met het natuurreservaat en vol met wilde dieren.
Vanuit de Rothia Valley zijn we met de auto naar een andere lodge gereden, waarvandaan we een prachtige wandeling konden maken door het Ngorogoro Reservaat.
De volgende dag werd onze eerste echte safari-dag en gewapend met fototoestellen, verrekijkers en gehuurde safari-jeep trokken we naar Manyara National Park.
Het is onmogelijk om de dag in het park in een paar regels te beschrijven, want daarvoor zie en beleef je te veel. We hebben olifanten gezien, nijlpaarden, giraffen, wildebeesten, struisvogels en nog veel meer. Lake Manyara, wat het grootste gedeelte van het park in beslag neemt, is prachtig en het droge, steppe landschap geeft het ultieme Afrika gevoel.
Na een dag rondrijden waren we allemaal zo gaar als een boontje en erg blij om terug te zijn op Rothia Valley.
De laatste dag hebben we het rustig aan gedaan en genoten van de laatste momenten met z’n zessen. De volgende dag zouden Floris en ik ‘de Kemelingetjes’ alweer van het vliegveld halen. Wat kunnen twee weken toch snel voorbij gaan…

En daar stonden Floris en ik dan, weer even zenuwachtig en ongeduldig als twee weken daarvoor, ditmaal op Kilimanjaro Airport en wachtend op Hans, Trudie, Ilona, Astrid en Marieke. Het tweede grote weerzien voor ons na al die tijd met z’n tweetjes. Te gek!
Een beetje overdonderd door de hoeveelheid familie om ons heen, maar intens genietend, hebben we die avond lekker biertjes gedronken in de tuin van het hotel in Arusha.

De volgende ochtend was het tijd voor wat cultuur en trokken we met het hele stel naar een Masaai dorp buiten Arusha. Onderweg zijn we nog even het stadion van Arusha binnengeglipt waar de verjaardag van oud-president Neyere werd gevierd. We vonden een prachtig plekje pal naast het openbare toilet en hadden het er dus snel gezien (en vooral geroken).
Het bezoek aan het Masaai dorp was erg indrukwekkend. De droge vlakte met accacia’s en wervelwinden, de kuddes met koeien en geiten en de zeer primitieve en traditionele levenstijl en klederdracht van de Masaai maakte dat je je in een andere wereld waande. Trudie, Chris en Emily hebben bij de lokale medicijnman en waarzegger nog even gecheckt of de toekomst er goed uit zou zien voor hen, en na hiervan verzekerd te zijn konden we weer tevreden vertrekken.
Die avond hebben we een heerlijke Tanzaniaanse maaltijd gegeten en konden Floris en ik voor voorlopig de laatste keer genieten van het gezelschap van Ger, Chris, Emily en Mark.

De volgende dag was het alweer tijd om afscheid te nemen. Een erg moeilijk moment. Ger, Chris, Emily en Mark; we missen jullie maar vonden het een supergave vakantie!

Met Hans, Trudie, Ilona, Astrid en Marieke reden we van Arusha terug naar de Rothia Valley, vanwaar we ook één van de Nationale Parken wilden bezoeken.
We kozen voor Tarangire National Park en het werd een geweldige dag. Het landschap van het park is zo mooi dat het zonder dieren al fantastisch is om er doorheen te rijden. Als je dan ook nog overal olifanten, zebra’s, giraffen, dikdiks, impala’s en wildebeesten rond ziet lopen, weet je echt niet wat je overkomt. Te gek!
Naast het bezoek aan het park hebben we ook de wandeling door het Ngorogoro reservaat gemaakt. We werden het laatste deel van de wandeling gevolgd en erg goed in de gaten gehouden door een grote groep bavianen (‘Wat moeten die rare, aangeklede apen hier?!’), wat de wandeling extra leuk maakte.

Vanuit Rothia volgden we dezelfde route via Moshi naar de kust, omdat Hans, Trudie, Ilona, Astrid en Marieke ook graag een paar dagen wilden relaxen op het tropische Tanzaniaanse strand. En aangezien er maar één weg naartoe gaat…
In Moshi konden we genieten van een echte Afrikaanse stad, compleet met verstikkende hitte en straatlieden die hun waar aan je probeerden te verkopen. Aan het einde van de dag werden we getrakteerd op een compleet zicht van de Kilimanjaro, wat bijzonder was door de bewolking in deze tijd van het jaar. Het blijft een mooi gezicht om vanuit het hete, droge landschap een enorme besneeuwde bergtop te zien.

[photopress:HPIM1972.JPG,thumb,pp_image]

Vanuit Moshi zijn we de Usambara Mountains ingereden, waar Floris en ik ook nog nooit geweest waren. Een prachtig gebergte met een enorme diversiteit aan begroeiing en kleinschalige landbouw. We verbleven op een organische boederij met een erg mooi stuk land eromheen, heerlijk biologische eten en een super relaxede sfeer.
Vanuit de boederij hebben we een ‘wandelingetje’ gemaakt, ook weer in gezelschap van Sabina en Peter, die we nu dus vier keer toevallig zijn tegengekomen!
Bek af en oververhit bereikte we na drie uur wandelen het viewpoint vanwaar je een indrukwekkend uitzicht had over het gebergte. Nog eens twee uur later waren we weer terug bij de boederij. Het was een hele mooie wandeling, door ongerepte natuur, landbouwgrond en kleine dorpjes, maar niet bepaald een wandeling voor mietjes…

[photopress:HPIM2018.JPG,thumb,pp_image]

De laatste etappe van de reis begon de volgende dag; op naar Peponi Beach Resort voor de ultieme strandvakantie! We hebben ons te goed gedaan aan zee, strand, zwembad, verse kokosnoten, strandwandelingen en vooral de seafood-platter van het restaurant! De snorkeltrip naar het zandeiland was ook zeer de moeite waard; we zagen onze complete seafood-platter voorbij zwemmen en nog veel meer.
Na een paar dagen besloten we dat het weer tijd werd voor enige activiteit en reden we al hobbelend en stotend het zeer slechte zandpad af naar Pangani. Hier hebben we een boottocht over de Pangani rivier gemaakt, een plek bij uitstek voor krokodillen die zich helaas niet lieten zien. Het dorp zelf heeft een rijke geschiedenis door de slavenhandel en veel gebouwen, waaronder een enorme slavenhal, zijn nog te bezichtigen. Interessant, maar het geeft ook een naar gevoel als je bedenkt wat daar allemaal is gebeurd.

En toen was het voor de tweede maal tijd om afscheid te nemen. Ondanks dat we er nu wat meer ervaring in hadden, werd het er niet gemakkelijker op.
Hans, Trudie, Ilona, Astrid en Marieke; jullie ook onwijs bedankt voor de super mooie vakantie samen! We missen jullie ook, net als de anderen, maar …

Wij zijn weer op pad, met een grimmige lach, en maken ons klaar voor Malawi.

GPS # S07 31.348 E36 35.995